Leraar moet lesmateriaal zelf maken

06-11-2014

’Leraar moet lesmateriaal zelf maken’

Jan-Willem Navis

De macht van de drie grote uitgeverijen voor schoolboeken moet worden gebroken. Wanneer docenten zelf leermaterialen maken en onderling uitwisselen, wordt het onderwijs beter en veel goedkoper.

 

De Tweede Kamer is enthousiast over initiatieven die vraag en aanbod bij elkaar brengen en kunnen uitgroeien tot het ’Uber van het onderwijs’.

Tijdens de behandeling van de onderwijsbegroting zal D66 voorstellen om de Stichting Leermiddelen Keuze te ondersteunen. Die wil met behulp van studenten van de lerarenopleidingen van Noordelijke Hogeschool Leeuwarden en de Rijksuniversiteit Groningen digitaal en papieren lesmateriaal gaan beoordelen op kwaliteit en vervolgens voor iedereen beschikbaar stellen.

Aan de gratis schoolboeken in het voortgezet onderwijs is het Rijk elk jaar al 185 miljoen euro kwijt, met de lagere school erbij lopen de kosten volgens de stichting op tot zo’n 350 miljoen euro. „Er zijn allerhande lesmethoden en steeds meer werkboeken, die vaak niet eens uit het cellofaan komen”, zegt D66’er Van Meenen.

Vooruitstrevend

Daarnaast maken lessen zonder boeken steeds sneller opmars. Vooruitstrevende leraren maken op digitale schoolborden hele presentaties over een onderwerp, en opdrachten kunnen ook op een tablet gemaakt worden in plaats van een schrift.

De coalitie is enthousiast over voorstellen om docenten meer zelf lessen te laten ontwikkelen. „Docenten willen die lessen graag delen, ze zijn trots op wat ze gemaakt hebben. Ik vind dat we dat moeten aanmoedigen”, zegt VVD-Kamerlid Straus. Ze wijst op een initiatief waarbij duizenden educatieve filmpjes op één website voor digitale schoolborden bij elkaar staan. Ook PvdA-collega Ypma ziet innovatie van ’onderop’ wel zitten. „Onderwijzers weten zelf wat het beste is voor de leerlingen. Zo kunnen we ze hun beroepstrots teruggeven.”Het is volgens Van Meenen wel belangrijk dat de inhoud van de lesprogramma’s bekeken wordt door experts.